- overheen
- {{overheen}}{{/term}}1 [over iets uitgespreid; uitstekend] over2 [boven over iets heen] over ⇒ on top (of)3 [langs de oppervlakte] across, over4 [verder dan een grens] past♦voorbeelden:1 een tafel met een kleed er overheen • a table with a cloth over it2 〈figuurlijk〉 daar ben ik gelukkig overheen • fortunately I have got over that〈figuurlijk〉 daar groeit hij wel overheen • he will grow out of iter/ergens overheen stappen • step over it/something; 〈figuurlijk〉 pass over it/something, overlook it/something〈figuurlijk〉 zich ergens overheen zetten • overcome something, get over it3 er een doek/dweil overheen halen • run a cloth/mop over it4 er geen tijd overheen laten gaan • lose no time over ittwee jaar zijn er overheen gegaan • it is two years past¶ ergens overheen lezen • miss/overlook something, read past somethingergens overheen praten • change the subject, skip over a subject
Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels. 2015.